Keuringen en testen
Een KWPN-paard wordt op verschillende momenten in zijn of haar leven gekeurd. In het kader van paardenwelzijn hebben keuringen een stimulerende functie. Paarden worden in goede conditie gebracht, tijdig geënt en bekapt en/of beslagen.
Het is niet toegestaan om met paarden waarvan de tastharen rond mond en ogen geheel verwijderd zijn en/of waarvan de haren aan de binnenzijde van de oorschelp weggeschoren zijn deel te nemen aan merrie-/veulenkeuringen en overige KWPN-evenementen en competities. Hierop zal worden toegezien door de aanwezige toezichthouders.
Overmatig uitstekende haren mogen worden afgeknipt. Het is bij volwassen paarden toegestaan om de benen op te scheren en de staart bij te knippen of te scheren. Op de evenementen zijn toezichthouders aanwezig om op naleving toe te zien.
Tevens is het niet toegestaan om met geschoren veulens deel te nemen aan de veulenkeuringen en KWPN-veulenveilingen. Het scheren van veulens verhoogt niet de kans op een betere beoordeling maar vormt wel een gezondheidsrisico. Het natuurlijk verhaarproces kan door het scheren verstoord raken, ook kan het scheren wondjes veroorzaken die geïnfecteerd kunnen raken. Indien de toezichthouder constateert dat een veulen geschoren is, wordt deze uitgesloten van deelname.
Het huidige KWPN-keuringssysteem is er op gericht om paarden op een zo natuurlijk mogelijke manier te beoordelen. Het gebruik van rammeldoosjes en zweepgeklapper wordt ontmoedigd en paarden die te fris ogen of te veel geprepareerd lijken tijdens het vrijspringen worden als onbeoordeelbaar naar huis gestuurd. Op deze manier probeert het KWPN te voorkomen dat paarden voor een keuring met ongeoorloofde (trainings-)methodes worden voorbereid en op een onnatuurlijke manier worden getoond.
Keuringslocaties
Het KWPN is ook selectief in het kiezen van keuringslocaties. Deze moeten goed bereikbaar zijn, voldoende ruim opgezet en rustig en het deel waar de paarden worden getoond op harde ondergrond alswel de bodem van de zandbaan dient van goede kwaliteit te zijn. Tevens wordt bij het vrijspringen zo veel mogelijk gebruik gemaakt van veiligheidslepels, wederom om blessures te voorkomen. Op de locatie is altijd een drinkwatervoorziening, zodat de paarden tijdens een lange keuringsdag altijd kunnen worden voorzien van vers water.
Aanlegtesten
Bij de EPTM-aanlegtesten en het verrichtingsonderzoek voor potentiële dekhengsten worden paarden onder gelijke omstandigheden gedurende langere tijd getest. Het doel: de natuurlijke aanleg van een paard beoordelen en -in geval van de hengsten- de toekomstige vaderdieren selecteren. Het KWPN geeft voorlichting en gerichte trainingsadviezen aan eigenaren van deze jonge paarden om onnodig zware trainingen te voorkomen. De eigenaar bepaalt zelf op welke leeftijd hij zijn paard laat testen.
Voor aanvang van een aanlegtest wordt ieder paard door dierenartsen onderzocht. Alleen fitte en gezonde paarden mogen meedoen. Daarbij wordt ook gecontroleerd op medicijngebruik, want dit is tijdens de testen niet toegestaan. Een paard dat zich verstapt of last heeft van spierpijn, wordt in overleg met de dierenarts op rust gezet en waar nodig behandeld. Gedurende die tijd zal het dier niet getraind worden of aangepaste training krijgen. Pas wanneer een paard weer fit is zal het wederom worden getraind. Loopt het paard een te grote achterstand op vanwege de blessure, dan wordt het paard doorverwezen naar een volgend onderzoek. Het KWPN volgt wat doping betreft de regels van de internationale hippische sportfederatie (FEI). Op evenementen van het KWPN worden paarden steekproefsgewijs op doping gecontroleerd. Bij positief bevonden paarden volgen repercussies, die zijn vastgelegd in de KWPN-reglementen.
Bij het bepalen van de minimale leeftijdsgrens voor aanlegtesten, baseert het KWPN zich op jarenlange praktische ervaring en wetenschappelijk onderzoek; in het EXOC onderzoek (Exercise and Osteochondrosis) wordt het belang van beweging op jonge leeftijd aangetoond en het Jumpex onderzoek (Selectie en training jonge springpaarden) geeft aan dat aanlegtesten vanaf 32 maanden verantwoord zijn – mits goed voorbereid en uitgevoerd.
Identificatie en registratie
Het KWPN controleert tijdens keuringen standaard op de aanwezigheid van chip en paspoort. Bij deelname aan wedstrijden gebeurt dit steekproefsgewijs door AID-inspecteurs. Bij twijfel over de juiste identificatie of papieren worden paarden uitgesloten van deelname totdat ze alsnog geregistreerd zijn. Uit welzijnsoogpunt is het brandmerken van paarden in Nederland verboden. Het KWPN houdt zich vanzelfsprekend aan deze wetgeving.
identificatie en registratie kan van belang zijn voor de bestrijding van bestrijdingsplichtige paardenziekten en zogenoemde zoonosen, ziekten die zowel bij mensen als bij paarden kunnen voorkomen. Daarnaast is de borging van de voedselveiligheid een reden voor het verplicht stellen van identificering en registratie.