Een goedgekeurde hengst die een predicaat krijgt toegekend, krijgt daarmee een beloning voor de extra kwaliteiten die hij vererft. Aan goedgekeurde hengsten kunnen de volgende predicaten worden toegekend: keur en preferent. De hengstenkeuringscommissie beslist of een hengst in aanmerking komt voor een predicaat.
Een goedgekeurde hengst kan keur worden als zijn eerste jaargang nakomelingen minstens zeven jaar of ouder is. Het keurschap wordt toegekend als een hengst zich binnen een groep hengsten positief onderscheidt op de sportkwaliteiten van zijn nageslacht. In de toekenning van het keurpredicaat speelt ook de exterieurvererving een belangrijke rol. Dat houdt in, dat al voldoet een bepaalde hengst aan alle eisen hij niet automatisch het keurpredicaat krijgt.
Het toegekend krijgen van het predicaat preferent is de hoogste onderscheiding voor wat betreft kwaliteit, die een goedgekeurde hengst kan krijgen. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de hengst al voorzien zijn van een keurpredicaat. De betreffende hengst moet zich binnen de groep hengsten opvallend positief onderscheiden op de bewegings- en exterieurkwaliteiten van zijn nageslacht. Zijn nakomelingen moeten minstens elf jaar of ouder zijn. Net als bij het keurpredicaat speelt de exterieurvererving een belangrijke rol. Voor het preferentschap is ook belangrijk dat de hengst duidelijk positief vererft in de mannelijke lijn. Het toekennen van het preferent predicaat kan ook postuum gebeuren.
Hieronder vindt u alle predicaathengsten: