Lineair scoren
Met het ideale dressuur-, spring-, Gelders of tuigpaard als keuringsstandaard in gedachten, beoordelen KWPN-juryleden ieder seizoen opnieuw duizenden jonge paarden, die worden aangemeld voor opname in het stamboek. Sinds medio jaren negentig gebeurt dit aan de hand van het zogeheten ‘lineair scoreformulier’.
Dit formulier bestaat uit twee delen, in de praktijk ook wel aangeduid als de ‘onderbalk’ en de ‘bovenbalk’. De onderbalk omvat een groot aantal exterieur- en bewegingskenmerken, waarmee een gedetailleerde beschrijving van het paard kan worden weergegeven. Pas nadat ieder afzonderlijk kenmerk is geobserveerd en beschreven in de onderbalk, volgt de waardering van het paard als totaal. Deze komt tot uitdrukking in de bovenbalk, waar punten voor het totale exterieur en de verschillende bewegingen worden gegeven.
De keuringstandaarden en meer informatie over de exterieur-, spring en bewegingskenmerken op het lineair scoreformulier vindt u onder het selectiebeleid van de betreffende fokrichting (te vinden op de pagina reglementen).
Constateren
Lineair scoren betekent in dit geval dat ieder afzonderlijk paard op alle relevante kenmerken, die in de keuringsstandaard aan de orde komen, wordt vergeleken met het gemiddelde van de KWPN-paardenpopulatie in de betreffende fokrichting. De kenmerken op het formulier hebben betrekking op het exterieur en de bewegingen van een paard. Per kenmerk wordt aangegeven of het paard gelijk is aan de grote groep rondom het gemiddelde of dat het daarbuiten valt en zo ja: in welke mate. Dit heeft dan nog niets te maken met waarderen, de jury beperkt zich in deze fase tot het constateren en beschrijven van exterieur- en bewegingskenmerken.
Lineaire scoreformulier
Op het lineaire scoreformulier staan allerlei kenmerken van het exterieur, de beweging en het springen afzonderlijk weergegeven. Per kenmerk staan de twee uiterste waarden (bijvoorbeeld lang en kort of opwaarts en neerwaarts) weergegeven, met daartussen negen aankruisvakjes. De middelste drie geven aan dat wat gezien wordt bij een paard binnen het gemiddelde van de populatie valt. De drie aankruisvakjes zowel links als rechts van de middelste drie geven aan dat ofwel het linkerkenmerk (bijvoorbeeld opwaarts) ofwel het rechterkenmerk (bijvoorbeeld neerwaarts) duidelijk aanwezig is bij het paard. Door een van de negen vakjes aan te kruisen geeft de inspecteur aan in welke mate dit kenmerk bij het paard aanwezig is.
Naast deze kenmerken zijn er extra vakjes die een inspecteur aan kan kruisen als het paard een gebrek of afwijking vertoont, of als er een opmerking bij het betreffende onderdeel gemaakt moet worden. Voorbeelden hiervan zijn een onderbeet, ongelijke hoeven of een ramshoofd.
Waarderingscijfers
Nadat alle kenmerken op het scoreformulier zijn ingevuld gaan de juryleden de waarderingscijfers bepalen. Op dit moment zal de jury een waardering hangen aan hetgeen zij in het scoren van de kenmerken hebben geconstateerd. Hierbij worden (afhankelijk van de fokrichting) cijfers gegeven voor de hoofdkenmerken exterieur, beweging en springen. Voor de bewegingen krijgt het paard naast een totaalcijfer ook aparte cijfers voor stap, draf, galop en houding. De schaal die gebruikt wordt loopt van 40 tot 100 punten, waarbij stappen van 5 worden gehanteerd.
Belangrijke informatie
Iedere merriehouder vindt de lineaire score terug in de database bij de desbetreffende merrie. En hoewel het merendeel van de eigenaren prima weet wat de sterke en minder sterke punten van zijn paard zijn, is de onafhankelijke beoordeling van een deskundige vaak een goed hulpmiddel voor wie verder wil in de fokkerij. Met een overzichtelijke beschrijving van alle kenmerken van een merrie, kan de eigenaar gericht op zoek naar een geschikte hengst om bepaalde kenmerken van zijn merrie te compenseren of juist te versterken.
Op het KWPN-kantoor worden alle paarden aan hun vaders en andere familieleden gekoppeld, waardoor een goed beeld ontstaat van wat een dekhengst doorgeeft aan zijn nakomelingen en in welke mate. Hieruit worden ieder jaar de fokwaarden per hengst berekend en gepubliceerd, wat het voor de merriehouder weer eenvoudiger maakt om de juiste hengst voor zijn merrie te kiezen.
Het zal duidelijk zijn dat voor de fokkerij als totaal vooral de onderbalken (de lineaire scores op de formulieren) relevant zijn. Deze gegevens zijn belangrijk voor de fokwaarden en geven de ontwikkeling binnen de populatie weer. De individuele eigenaar zal – heel begrijpelijk – vooral geïnteresseerd zijn in de bovenbalk. Want de scores in de bovenbalk bepalen of een paard stamboekwaardig is of mogelijk zelfs met het sterpredicaat wordt ingeschreven.
Lineair scoreformulieren
- Scoreformulier stamboekkeuring springen
- Lineair scoreformulier stamboekkeuring na thuiskeuring springen
Dressuur
- Scoreformulier stamboekkeuring dressuur
- Lineair scoreformulier stamboekkeuring na thuiskeuring dressuur
Gelders paard
- Scoreformulier stamboekkeuring Gelders paard
- Lineair scoreformulier stamboekkeuring na thuiskeuring Gelders paard
Tuigpaard
Algemeen