Het keuringsseizoen nadert en dat betekent goed voorbereide paarden in de baan en gespannen gezichten aan de zijlijn. Maar wat komt er allemaal kijken bij het keuringsklaar maken van een paard? Wij vroegen het aan expert Brian Rijsdijk, die al jaren paarden voorbereidt bij Hengstenhouderij Lauw van Vliet. In de tweede aflevering van deze webserie vertelt Brian over het longeren, een belangrijk onderdeel in de voorbereiding.

“De keuringspaarden longeer ik drie of vier keer in de week,” vertelt Brian. “Daarbij houd ik goed in de gaten wat het paard aankan. Longeren moet een plezierige ervaring zijn voor het paard en geen strafkamp.” Hulpteugels gebruikt Brian liever niet. “Een keuringspaard bijzetten met hulpteugels doe ik liever niet. Persoonlijk vind ik dat een akelig iets. In mijn ogen creëer je daarmee veel onbalans.” In plaats daarvan werkt hij met een dubbele longe. “Daar heb ik ook profijt van als we het paard later, na de keuring, zadelmak gaan maken. Met een paard aan de dubbele longe voel je het veel beter aan. Een paard raakt zo niet snel in paniek en voelt zich niet vastgehouden. Ze raken ook niet vast in de longeerlijn. Loslaten en de druk wegnemen is heel makkelijk en er kan niets gebeuren.”

Van binnenbak naar buitenruimte
De eerste longeersessies vinden plaats in een kleine binnenbak. “We hebben hier een kleine binnenbak met weinig afleiding en daarin beginnen we met longeren; een rustige en afgesloten omgeving.” Wanneer het paard bekender is met de hulpen, wordt het werk verplaatst naar de grote longeerbak. “Dan is een paard meestal een week of twee hier.” Korte sessies zijn daarbij effectiever dan lange. “Ik longeer ze ook liever iedere dag tien minuten dan om de dag een half uur. Een korte tijd kunnen ze op die jonge leeftijd veel beter aan.” Brian zorgt daarnaast voor afwisseling. “Zo hebben we ook een dag dat we ‘achtjes’ oefenen, zodat de paarden tijdens de stamboekkeuring weten hoe ze moeten lopen in de baan en dit niet vreemd voor hen is.”

Contact en variatie
Voor ontspanning komen de paarden regelmatig los in de paddocks. “De arbeid verschilt dus, maar we zijn er wel iedere dag mee bezig.” Brian benadrukt het belang van ontspanning in het werk. “Als een paard gespannen is, leert het heel weinig. Met die jonge paarden is het heel belangrijk om interactie te hebben.” Volgens Brian is karakter grotendeels erfelijk, maar een goede omgang speelt een cruciale rol. “Als je de gebruiksaanwijzing per paard weet, dan ben je vaak al problemen voor. Ik denk dat onze omgang met het paard daarbij de allerbelangrijkste factor is. In de loop der tijd is het gebruiksdoel van een paard veranderd, maar het paard is van binnen nog hetzelfde als duizend jaar terug. Ze moeten snappen en aankunnen wat wij van ze willen. Als ze iets doen wat wij niet willen, dan noemen we ze al snel vervelend of lastig, maar ik denk dat we het dan beter aan ze moeten uitleggen.”

Over Brian Rijsdijk
Brian werkt al dertien jaar bij Hengstenhouderij Lauw van Vliet. Zelf is hij gedeeld eigenaar van de KWPN-tuigpaardhengst Ravensgoed W. Brian verricht op het bedrijf in IJsselstein allerhande werkzaamheden, maar rijden doet hij niet: “Want als ik erop ga zitten, worden daar de paarden niet beter van. Ze verbeteren juist wel door onze ruiters Thimo van Kuijk en Anouk Slabbers.” Keuringsklaar maken is meer zijn ding. Hiervoor hanteert hij al verschillende jaren een vast systeem en dit wil hij graag met ons delen.

Afllevering 1: Hoe bereid je je paard voor op de keuring?

Bron: Gemma Jansen voor KWPN
Foto: Gemma Jansen