Prestaties

Prestaties moederlijn

Genetisch profiel

De fokwaarden zijn geschat gebruikmakend van beschikbare informatie uit de sport en keuringen.
De fokwaarden worden gepresenteerd ten opzichte van de fokrichting tuigpaard.

De fokwaarden zijn geschat gebruikmakend van beschikbare informatie uit de sport en keuringen.
De fokwaarden worden gepresenteerd ten opzichte van de fokrichting tuigpaard.

Wilt u een uitleg van het genetisch profiel? Bekijk dan deze legenda

Goedgekeurde nakomelingen

Geen goedgekeurde nakomelingen

Verrichtingsrapportage

Exterieur
Goedsoortige langgelijnde hengst met mooi front en goedgevormde lange hals. De hengst is hard, heeft ras en kwaliteit. De croupe kon meer lengte hebben, het kruis is even hoog.

Bloedopbouw
De moeder is een merrie met een bijzonder goede bloedopbouw uit de stal van de gebroeders Den Otter. De moeder bracht de UTV-kampioene 1991, de grootmoeder bracht de UTV-kampioene 1984. De moeder bracht 9 veulens waarvan 2 keur (88 ptn en 99 ptn + NLG 1.200 in enkelspan). Ook een zoon uit haar loopt goed in enkelspan. Van Renovo is in 1994 een hengst uit deze merrie aangewezen voor het verrichtingsonderzoek, maar heeft de eindstreep juist niet kunnen halen (Jonathan, 44.5 ptn, 9e van 11/4, red.)

Verrichting Ermelo 1995 (13-03 t/m 06-06)
Eerlijk, iets eigenzinnig. Ruim voldoende bereidheid om te werken maar laat zich niet fijn rijden. Moeilijke mond. Hij trekt de tong op tot tegen het bit en is daarom vaak met een vastgezette tong gereden.
Stap voldoende actief maar zou ruimer moeten zijn. Brengt in draf het achterbeen goed onder maar zou meer zeefmoment moeten hebben. Gebruikt voor de concourswagen zijn hals goed maar rijst niet voldoende in de voorhand. Heeft moeite de opzet te aanvaarden en wordt dan korter in de bewegingen. Voldoende aanleg als tuigpaard, geeft zijn rijder een matig gevoel.
Stalgedrag normaal evenals het gedrag in de omgang.
Op 19-05 ontstond een verwonding in de mond. Hierdoor moest een uitgesteld eindexamen worden afgelegd op 06-06.

Herkeuring Ermelo 1995
De inzet van een American Saddlebred in de tuigpaardfokkerij heeft een experimenteel karakter. Kentuckyboy verenigt voldoende positieve eigenschappen in zich om het experiment niet af te breken. Bovendien komt hij voort uit een interessante stam. Die overwegingen, plus de vaststelling dat we van doen hebben met een hackneyvrije bloedlijn, maakt het doorzetten van het experiment van belang.

Na herkeuring (08-06-1995) in stamboek ingeschreven

Verrichtingscijfers

Afstammelingenrapportage

Afstammelingen 1996 (veulens)
De veulens zijn ruim voldoende ontwikkeld. Het type was wisselend; er werden twee goed tuigtypische en twee minder tuigtypische veulens getoond.
De hoofden zijn sprekend. De nek is goed van lengte. Ook de hals is goed van lengte en wordt goed gedragen. De schoft is voldoende ontwikkeld. De schouder heeft voldoende lengte, maar zou schuiner moeten liggen. De rug is iets gezonken maar wel voldoende bespierd. De croupe is kort maar goed bespierd. Het voorbeen heeft een goede lengte in de onderarm maar is wat teer en iets steil. Het achterbeen is goed gesteld.
De stap zou ruimer moeten zijn. De draf is voldoende ruim. De veulens zetten de hals er goed op maar het voorbeengebruik is wisselend. Drie veulens draafden met een vlak voorbeen, één veulen had voldoende knie-actie. Het achterbeen zou krachtiger ondergebracht moeten worden.
Een thuis geïnspecteerd veulen behoort tot de beteren. Deze rapportage betreft alle in 1996 geboren veulens.
De moeders waren wisselend van kwaliteit.
Getoond: 4 (+ 1) veulens uit 7 dekkingen.

In 1997 zullen opnieuw veulens worden bezichtigd.

Beschikbaarheid

Beschikbaarheid onbekend