De fokker aan het woord – Piet Huige
Tien jaar geleden startte KWPN regio Zeeland met het actief plaatsen van successen die de Zeeuws gefokte paarden leverden op het (inter)nationale podium. Zijdelings kwamen daarbij de fokkers wel eens aan het woord. Maar wie zijn deze fokkers nu echt en wat is hun fokkerijfilosofie? U leest het in deze nieuwe artikelenreeks ‘De fokker aan het woord’. Christiaan van de Plasse uit Yerseke gaf de pen door aan Piet Huige, fokker van o.a. de Hippiade Kampioen Z-springen én meerdere internationale springpaarden. Maak verder kennis met Piet.
Wie is Piet?
Piet Huige uit Nisse is 59 jaar en is geboren in Hoedekenskerke. Sinds 1983 is hij getrouwd met Loes en vanaf toen betrokken ze de prachtige boerderij “de Wiel” in Nisse, waar ze een landbouwbedrijf runnen. Samen hebben ze drie dochters: Hilde, Kim en Marit. Op het bedrijf verbouwen ze aardappels, uien, tarwe, suikermais en zwarte bessen. Daarnaast verhuren ze een groepsaccommodatie voor 15 tot 18 personen, “de Weeltjes” genaamd. “En last but not least houden we (van) paarden. We houden ons bezig met fokkerij, opleiden van de paarden en training van pupillen, dit vooral door Marit”, zegt Piet trots die zelf naast succesvol fokker ook verdienstelijk springruiter is.
Antwoord op de vraag van Christiaan
Heel graag gaf Christiaan de pen door aan Piet Huige. “Recentelijk is jouw dochter Marit Nederlands Kampioen geworden met jouw fokproduct. “Geweldig! Complimenten daarvoor! Graag wil ik van jou horen wat voor gevoel dit geeft, zo’n familiesucces. Én graag hoor ik ook wat jouw doelstellingen zijn in de fokkerij en met welke merrielijnen je momenteel fokt. Wat zijn jouw ambities?” Piet richt zijn woord aan Christiaan:
Beste Christiaan,
Zeer bedankt voor jouw compliment aan ons adres! Ik zeg met nadruk ons omdat we de paardenhouderij met het hele gezin bedrijven. Het maakt ons natuurlijk geweldig trots dat onze dochter met een eigen fokproduct Nederlands kampioen in de klasse Z is geworden! Jij weet als geen ander wat er bij komt kijken om dat in de sport te bereiken.
Loes en ik hebben elkaar door de paarden leren kennen, omdat de rijvereniging de Weelruiters al vanaf de oprichting op het erf van de Wiel gevestigd is. Loes is hier geboren en ik kwam daar in het begin van de zeventiger jaren op rijles. Mijn schoonvader fokte in die tijd al ieder jaar een of twee rijpaard veulens, altijd met hengsten van hengstenhouderij van Lier. De meeste paarden uit die tijd stamden af van een Nicolaas merrie en van de hengst Ramano. Loes heeft met fokproducten van haar vader verdienstelijk dressuur gereden en ook gesprongen. Verderop in het verhaal kom ik op al jouw vragen terug.
Wanneer ben je begonnen met fokken en wat was de aanleiding?
“Mijn eerste fokproduct was een hengst van Solied uit een Jason merrie die ik voor een zacht prijsje van Mar Goedhart kon kopen omdat ik altijd hengsten voor hem voorbracht op de hengstenkeuring, toen nog in Utrecht. Die fokkerij was niet succesvol het veulen was erg groot en had wat in de knel gezeten dus kwam heel krom ter wereld, en krom is het ook gebleven. De moeder bleek ook geen crack dus daar hebben we afscheid van genomen. Toen kwam de fokkerij op een laag pitje te staan en hebben we ons toegelegd op het trainen en uitbrengen van springpaarden voor derden, veelal vrienden en kennissen uit de provincie.
Toen onze kinderen alle drie pony gingen rijden ontstond de gedachte dat we voor hun toekomst in de sport zelf maar paarden moesten fokken om tegen de tijd dat ze uit de pony’s zouden groeien we paarden voor hen hadden. Verkeerde gedachte weten we nu, want jonge kinderen moet je niet op groene paarden zetten. Bovendien lukt het niet om iedere fokpoging een crack te fokken. Toch zijn we op een gegeven moment in de fokkerij gerold. Voor Daan Bakker reed ik de ruin Kalisto (v. Velcome Fontaine uit Encorra v Cor de la Bryere) tot in het 1.40. De halfzus daarvan Lacorra B, keur prestatie (v. Hugo) reed ik ook tot in het 1.20 maar zij kreeg een blessure en kon niet meer sporten. Omdat ik van de merrie altijd het gevoel had dat ze veel meer kon en ze een formidabele inzet toonde en zeer voorzichtig was, dacht ik dat zij wel een goeie fokmerrie zou zijn. Van Daan mocht ik haar over nemen voor de fokkerij. Dit was het begin van onze fokactiviteiten.”
Met welke merrielijnen fok je en/of heb je gefokt en waar ben je trots op?
LACORRA
Uit Lacorra fokte de familie Huige meerdere topspringpaarden. De combinatie met Baloubet du Rouet leverde Ucello HB op die 1.45 springen werd geklasseerd. Daarna volgde een merrie van Cento, Zagita die succesvol 1.50m liep. Een hengst van Malito de Reve werd successvol in het 1.35m uitgebracht én Lacorra leverde in combinatie met Tlalloc la Silla een tweede bezichtigingshengst. Vervolgens werd opnieuw gekozen voor Tlalloc la Silla die 1.10m liep maar helaas te klein is gebleven, deze merrie werd verkocht. Piet: “Nadat we deze veulens hadden gefokt en de stallen vol raakten, is Lacorra verkocht aan een jonge fokker uit de buurt, Janmart Braam, hij fokte op mijn advies met Verdi TN omdat ik altijd fan van Jalisco bloed ben geweest. Uit deze combinatie kwam Donna Corra voort. Die brachten wij voor op de keuring in Vrouwenpolder waar ze overall kampioen van de springpaarden werd. Daarna hebben we de merrie van Braam over genomen en zijn er mee gaan sporten, eerst ikzelf en daarna Marit die de merrie tot in het 1.40 heeft gereden. Omdat er ook economisch naar de paardenhouderij gekeken moet worden hebben we Donna Corra verkocht en ze loopt nu met Michel Hendrix in het zadel op 1.50 m niveau.”
DONNA CORRA
Donna Corra is momenteel de beste merrie waar de familie Huige mee fokt. “We hebben nu zes embryo’s uit haar gespoeld.” Dat leverde een merrie van Asca Z op die afgelopen voorjaar het vrijspringen in Nisse won, qua type én springkwaliteiten lijkt ze heel veel op haar moeder. Daarnaast bracht Donna Corra nog een merrie van Levistan de Hus, een hengst van Mosito van het Hellehof, een hengst van Ultimo van ter Moude, een merrie van Quabri de L’Isle en er is een veulen op komst van Balou du Rouet. “Wat Christiaan stelt in het vorige artikel dat je met de best mogelijke uitgangspunten moet beginnen in de fokkerij, onderschrijf ik zeker! Maar ook wij hebben geen 1.60m merries tot onze beschikking. Toch denk ik dat het gevoel wat je als ruiter op een paard krijgt, zoals in mijn geval op Lacorra je ook veel van de intrinsieke mogelijkheden kan vertellen. Gezien de prestaties van haar nakomelingen is dat ook gebleken. Bovendien worden lang niet alle goede paarden uit Grand Prix merries geboren, veel merries die in de fokkerij actief zijn komen niet eens in de wedstrijd ring. Natuurlijk is het nauw verwant zijn aan goede presteerders wel een pré!”
GIGI VAN DE WIEL
Natuurlijk is Piet trots op de hierboven genoemde prestaties uit de lijn van Lacorra. Maar er staat nog een paard te trappelen om de fokkerijsuccessen te overtreffen. “Onze huidige trots van de stal is Gigi van de Wiel (v. Canturo uit Weenix v. Fuego de Prelet x Cor de la Bryere x Graff Gothard). De moeder, Weenix, sprong los geweldig, maar was in beginsel wat lastig te rijden. Hier fokten we drie veulens uit waarvan de eerste twee van Massimo en Singapore niet aan de verwachtingen voldeden wel qua uiterlijk maar met tegenvallende springkwaliteiten. Daarom hebben we haar na de geboorte van Gigi van de Wiel ingezet als draagmoeder. Nu haar dochter het zo goed doet hebben we ze dit jaar toch weer gedekt. Ook uit Gigi hebben we twee embryo’s gespoeld van Emerald van het Ruytershof.”
De moeder van Weenix , de merrie Corine (v. Cor de la Bryere) alias Edelieve, kocht de familie Huige van Esther Landa en nadat ze bij hen drie keer geveulend had is ze terug naar Esther gegaan. Zijj heeft er nog een merrie van Tangelo van de Zuuthoeve, Chicciolina, uit gefokt die het ook tot 1.40 heeft gebracht en kampioen van Brabant werd met Kim Emmen.
ZAGITA VAN DE WIEL
Uit de eerder genoemde lijn van Lacorra kwam in combinatie met Cento, Zagita van de Wiel. Uit haar spoelde Piet twee embryo’s van Untouchable, deze zijn nu vijf jaar oud en kregen de naam Intouchable en Incroyable mee. De ruin springt momenteel 1.20 met Kim en de merrie loopt met Marit in het zadel in het 1.10m. Uit de merrie heeft Piet een Berlin veulen gefokt.
HAPPY DE VIGO
Ook uit de lijn van Encorra B hebben we Happy de Vigo (v. Vigo d’Arsouilles x Querlybet Hero x Tlalloc la Silla). Zij werd kampioen in de rubriek “Beste Zeeuws gefokte springpaard” dit jaar. Haar moeder is 1.55m geklasseerd met een Mexicaanse ruiter. Uit haar hebben we een hengst van Taran de la Pomme gefokt. Marit leid deze merrie nu verder op.
ODIENE
Piet vertelt: “Een andere lijn waar we mee gefokt hebben en nu weer mee verder willen gaan is de bekende merrielijn van Dirk Maris. Met paarden uit die fokkerij was ik zelf ook succesvol in de sport. We fokten met een nazaat van Ernestiene (v. Jasper uit de oude Odiene) een merrie die eveneens Odiene genaamd is (v. Julio Mariner xx x Jasper) met de hengst Up Chiqui (Quidam de Revel x ChinChin) de merrie Winti van de Wiel. Kim reed haar naar het 1.30 m waarna we haar verkochten. We hadden er al een merrieveulen van Canturo uit, Dame de Coeur genaamd. Kim reed deze merrie in het 1.40m maar ze is geblesseerd, daarom willen we haar nu inzetten voor de fokkerij. Dit jaar is ze helaas gust gebleven. We hebben nog veel meer interessante fokmerries op stal, maar die zijn nog te jong om van betekenis te kunnen zijn. We hebben er wel veel verwachting van."
Hoe maak je een merrieselectie?
De fokproducten van de familie Huige worden veelal aangehouden, opgefokt en eigenhandig opgeleid voor de sport. Maar hoe maak je nu een selectie? Piet vertelt: “Vaak fokken we bij een driejarige merrie uit de naar ons inzicht goede merrielijn, maar alleen nadat we overtuigt zijn van de kwaliteiten van de merrie zelf. Dat testen we door haar als jaarling in vrijheid te laten springen. Dan heb je al een indicatie hoe ze fokt. Ook exterieur en gezondheid vinden we daarbij belangrijk. Alle paarden worden bij ons op tweejarige leeftijd geröntgend. Daarna rijden de meiden ze verder door. Als dat dan nog goed blijkt gebruiken we ET om er verder mee te fokken.”
Wat is je fokdoel?
De familie Huige gaat voor het ultieme: een Grand Prix springpaard. “Dat is natuurlijk ons fokdoel, maar de realiteit leert dat dat vaak niet lukt. Om dan toch een verkoopbaar paard te hebben gefokt is het belangrijk dat het ook exterieurmatig goed in elkaar zit en dat het makkelijk voor een amateur ruiter te rijden is. Omdat Marit en Kim de door ons gefokte paarden opleiden tot een zo hoog mogelijk niveau is het al iets makkelijker om een klant te vinden. Hoewel er altijd naar de beste paarden gevraagd wordt en de gewonere paarden vaak het langst blijven.”
Hoe maak je een hengstenkeuze?
Om het fokdoel te bereiken maakt Piet gebruik van hengsten die naar zijn idee het best passen bij zijn merries. “Het maakt mij dan niet uit in welk stamboek de hengst is ingeschreven. Voor de keuze maak ik dankbaar gebruik van de Horsetelex ranking, maar ook het beeld dat ik krijg tijdens wedstrijden die we veelvuldig bezoeken. Ik vind het belangrijk dat een hengst uit een goede moederlijn komt. Maar als de prestaties van de nakomelingen bewijzen dat de hengst kwaliteit vererft is dat ook genoeg. Zo hebben we veulens van Ultimo van ter Moude en van Taran de la Pomme gefokt, omdat deze hengsten ten eerste uit een goede merrielijn komen, maar ook omdat van het gering aantal nakomelingen een hoog percentage in de hoogste klassen springen. Ook de rijdbaarheid is een aandachtspunt, paarden die neerwaarts gebouwd zijn of een lastig karakter hebben zijn vaak niet voor alle ruiters geschikt. Bij de hengstenkeuze houden we daar ook rekening mee. Als je al wat meer veulens van een merrie hebt krijg je ook een idee wat de sterke verervingspunten van haar zijn, dan kun je bij een hengst op het exterieur soms wat minder kritisch zijn als die wel voldoende andere kwaliteiten waarborgt.”
Wat was of waren leermomenten?
Net als wat Sam Moens én Christiaan van de Plasse al aankaartte, zal ook Piet niet zo snel met een jonge hengst dekken. “Het is van belang dat een hengst zich al (wat) bewezen heeft in de sport én dat hij uit een prestatierijke merrielijn komt. Dat levert naast informatie over de sportprestatie, intrinsieke motivatie en het nakomelingenrapport een hogere verwachting op. Zo heb ik eens geplust op formaat bij een wat kleinere merrie met een toen beloftevolle hengst. Dat pakte in de praktijk niet goed uit. Bij een hele goede fokmerrie die al wat nakomelingen heeft gebracht en waarvan je dus meer informatie hebt, durf ik die gok wel te wagen.”
Heb je tips voor startende fokkers?
Piet lacht hard: “Tja dan kom je bij de bekende adviezen uit! Begin met een goede merrielijn en wees kritisch. Start met een merrie met een lijn waarin veel sport in de voorgeschiedenis zit, en dan bedoel ik niet allemaal Grand Prix paarden natuurlijk. Hoe hoger je de plussen aan de merrielijn krijgt hoe makkelijker het wordt om vooruit te komen in de fokkerij en hoe hoger de kans om hoog geklasseerde nakomelingen te fokken. Ga bij bekende fokkers en het stamboek te rade. Is je sportmerrie geblesseerd geraakt, ga er dan niet zomaar mee fokken, ze moet wel de moeite waard zijn. Wij hebben bijvoorbeeld veel gewerkt met de paarden en dan heb je al heel informatie over de intrinsieke motivatie van deze paarden, dat kan naast bovenstaande, ook een graadmeter zijn.
Bied je veulens aan voor veulenveilingen?
“Nee, in principe houden we de opfok en opleiding in eigen hand tot ze het niveau bereikt hebben dat ze goed te verkopen zijn, meestal ligt dat rond de 7 jaar. Soms eerder als blijkt dat de kwaliteiten niet zijn wat we er van verwachtten. Misschien is dat niet de juiste strategie, maar we hebben de opleiding graag in eigen hand. Het is altijd lastig om je fokproduct bij de goede ruiter te krijgen. We hebben al vaker gezien dat goede paarden in een jaar tijd over de kop gereden worden en dan met stille trom van het strijdtoneel verdwijnen, dat is natuurlijk geen reclame voor je fokkerij!”
Is er opvolging voor je fokkerij?
“Ja”, zegt Piet. “Gezien de interesse van twee van onze dochters lijkt de voortzetting van de fokkerij gewaarborgd. Beiden hebben ze de beschikking over een merrie waarmee ze ook al fokken. Marit heeft dus Gigi van de Wiel gespoeld. En Kim heeft de beschikking over de merrie Colinda D, die moeder is van een aantal zeer goede springpaarden op het hoogste niveau. Voor de toekomst lijkt de fokkerij dus verzekerd.”
Aan wie geef je de pen door? En wat is je concrete vraag aan deze fokker?
Piet geeft de pen door aan Leunus van Lieren. “Ik heb veel respect voor wat hij bereikt heeft met zijn stal. Vooral het feit dat hij een groot aantal Grand Prix dressuur ruiters heeft opgeleid! Daarnaast fokt en leid hij ook dressuurpaarden op voor het hoogste niveau en heeft hij goedgekeurde hengsten gefokt. Chapeau!! Ik stel twee vragen aan Leunus:
- Ik zag dat je weer een hengst voor de hengstenkeuring hebt aangeboden. Zie jij in een goedgekeurde hengst een meerwaarde? Omdat er al zoveel jonge hengsten zijn, en de kosten van het keuren hoog zijn.
- Hoe zwaar telt voor jou de opleiding mee in de vorming van een Grand Prix paard in verhouding tot de genetische aanleg?