Paarden zijn van nature bewegers. Voldoende beweging is belangrijk om een paard gezond en blij te houden. Daarnaast is het goed voor de gewrichten en geeft beweging een betere doorbloeding van zowel de benen als de rest van het lichaam. Het bloed voert voedingsstoffen aan en afvalstoffen af.

Er lijkt tevens verband te bestaan tussen het geven van meer beweging en het afnemen van het aantal koliekgevallen per stal. Beweging stimuleert immers de darmwerking en een goede darmwerking is van levensbelang voor een paard. De darmwerking is eveneens van invloed op het immuunsysteem van een paard.

Het paard een uur per dag van stal halen, om hem bijvoorbeeld onder het zadel te trainen, is beslist ontoereikend voor wat betreft de bewegingsbehoefte van een paard. In een natuurlijke habitat is een paard meer dan de helft van de dag in beweging; bijvoorbeeld terwijl hij eet of op zoek is naar voldoende voedsel of drinkwater. In die vrijheid legt een paard dagelijks tussen de 20 en 40 kilometer af.

Een paard zou, naast de tijd die wordt besteed aan de training bij voorkeur nog tussen de twee en de vier uur buiten in bijvoorbeeld een paddock of weiland moeten kunnen lopen. Naast het berijden en het in de paddock plaatsen, is een trainingsmolen ook een uitstekend hulpmiddel om een paard op verantwoorde wijze extra beweging en frisse lucht te geven. Als een paard een uur in een trainingsmolen stapt, legt hij circa zes kilometer af. Dat is veel minder dan de afstand die het aflegt in de vrije natuur, maar het is een goed alternatief om het paard toch een deel van de noodzakelijke beweging te bieden.

Artikel beweging; noodzaak voor ieder paard