Verrichtingsonderzoek
Als een hengst wordt aangewezen voor het verrichtingsonderzoek, dan begint hij aan het laatste traject op weg naar zijn goedkeuring. De hengsten worden in het verrichtingsonderzoek gedurende een aaneengesloten periode getest op hun natuurlijke aanleg voor de sport, instelling en op karakter. Ze worden geselecteerd met het oog op hun eventuele rol als vaderdier binnen de toekomstige KWPN-populatie.
Overzichten hengsten
Goedgekeurde hengsten voorjaar 2024
Goedgekeurde hengsten najaar 2023
Goedgekeurde hengsten voorjaar 2023
Goedgekeurde hengsten najaar 2022
Goedgekeurde hengsten voorjaar 2022
Goedgekeurde hengsten najaar 2021
Goedgekeurde hengsten voorjaar 2021
Goedgekeurde hengsten najaar 2020
Goedgekeurde hengsten najaar 2019
Goedgekeurde hengsten voorjaar 2019
Goedgekeurde hengsten najaar 2018
Goedgekeurde hengsten voorjaar 2018
Duur van het onderzoek en aanlevering
Spring- en dressuurhengsten
Bij driejarige spring- en dressuurhengsten mag de eigenaar kiezen uit vier opeenvolgende verrichtingsonderzoeken om zijn hengst aan te leveren. Dit kan in het voorjaar zijn, het volgende najaar of in het jaar daarop, wanneer de hengst vier jaar oud is. Voor driejarige hengsten die in het voorjaar volgend op de hengstenkeuring waarop zij werden aangewezen deelnemen aan het verrichtingsonderzoek, is de duur van het onderzoek 35 dagen. Bij het najaarsonderzoek en het eventueel daaropvolgende voorjaarsonderzoek is de periode 21 dagen met ongeveer drie weken daaraan voorafgaand een beoordeling onder het zadel onder de eigen ruiter, de zadelpresentatie. Na afloop van de beoordeling onder het zadel kan de hengstenkeuringscommissie de hengsten afwijzen voor verdere deelname of eventueel adviezen geven wat betreft de training voor de periode naar het moment van aanlevering. De hengsten worden bij de aanlevering wederom door de eigen ruiter voorgereden en de hengstenkeuringscommissie besluit op dat moment of de hengst mag deelnemen aan het onderzoek, wordt afgewezen of doorverwezen naar het volgende onderzoek.
Gelderse hengsten
Voor Gelderse hengsten geldt dat zij als driejarige direct na aanwijzing aangeboden kunnen worden voor het voorjaarsonderzoek van 28 dagen, het daaropvolgende najaarsonderzoek van 28 dagen of het jaar erop in het voorjaar voor eveneens 28 dagen. De eigenaar mag kiezen of hij de hengst gedurende het onderzoek laat testen als rijpaard (aanleg als rij- en springpaard) of als aangespannen paard. Na het succesvol afleggen van het verrichtingsonderzoek volgt tweemaal een eendaagsonderzoek in de discipline waarin de hengst geen aanlegtest heeft ondergaan.
Tuigpaardhengsten
Voor tuigpaardhengsten is de duur van het verrichtingsonderzoek voor zowel drie, vier- als vijfjarigen circa 21 dagen.
Verzorging en training
Het verrichtingsonderzoek is een aanlegtest, waarbij de natuurlijke aanleg van de aangeleverde hengsten nauwkeurig getest en vastgesteld kan worden. Tijdens het verrichtingsonderzoek worden de hengsten onder uniforme omstandigheden verzorgd en getraind door functionarissen, die door het KWPN benoemd zijn. In de praktijk betekent het dat de paarden verzorgd worden door capabele stalmedewerkers en getraind worden door deskundige ruiters en rijders, onder leiding van de trainingsleider. De coördinatie van het verrichtingsonderzoek en het contact naar de eigenaren gebeurt door de senior-inspecteur hengstenselectie. Deze onderhoudt ook nauw contact met de hengstenkeuringscommissie. Bij aankomst en vertrek worden de hengsten uitgebreid onderzocht door de aan het onderzoek verbonden veterinair. De veterinair komt ook tussentijds, wanneer daar ook maar enige aanleiding toe is.
Training
In de periode dat de hengsten het verrichtingsonderzoek volgen, worden ze vier á vijf keer in de week onder het zadel gewerkt, zowel binnen als buiten. Tuigpaardhengsten worden uiteraard in tuig, aan de longe of aan de lange lijnen getraind. Daarnaast komen de hengsten regelmatig in de stapmolen en ze krijgen de gelegenheid tot vrij bewegen in veilig afgebakende paddocks. In alles wordt rekening gehouden met het feit dat er gewerkt wordt met jonge paarden. Het uiteindelijke doel van de training is, het paard aan het einde van het onderzoek zo optimaal mogelijk te kunnen voorstellen waarbij een goede inschatting is te maken van de natuurlijke aanleg van de hengst.
Beoordeling
Tijdens het verrichtingsonderzoek worden de hengsten regelmatig beoordeeld door de hengstenkeuringscommissie. Dat kan betekenen dat de hengsten dan door hun vaste ruiter of rijder voor de basistraining worden voorgesteld of dat de hengsten gereden worden door ruiters of rijders voor de gespecialiseerde training. Deze laatste ruiters zijn mensen die beschikken over ruime ervaring met het opleiden van jonge paarden naar toppaarden. Zij geven nadat ze een hengst hebben gereden hun bevindingen weer aan de hengstenkeuringscommissie wat betreft hun gevoel over de hengst.
De hengstenkeuringscommissie kan op elk moment tijdens het verrichtingsonderzoek een hengst van verdere deelname uitsluiten of eventueel doorverwijzen naar het volgende onderzoek. Bijvoorbeeld als een hengst nog te jeugdig is, wanneer hij niet fit is, of een blessure heeft opgelopen.
In de beoordeling van het verrichtingsonderzoek wordt ook het stal- en trainingsgedrag van een hengst meegewogen. Tevens wordt gekeken of een hengst stalondeugden heeft. Als een hengst het verrichtingsonderzoek met een positief resultaat doorloopt, dan wordt de hengst goedgekeurd door het KWPN en worden alle bevindingen weergegeven in een uitgebreid verrichtingsrapport, te vinden in de KWPN Database.